1)	Gerson,
	Hij wordt 1 Kron. 6:16 en elders Gersom genoemd.
2)	Jizhar,
	Onder, 1 Kron. 6:22, wordt hij Amminadab genoemd.
3)	Nadab
	Deze twee werden door den Heere gedood, omdat zij vreemd vuur in hun reukpannen gebruikten; Lev. 10:1.
3)	Abihu,
	Deze twee werden door den Heere gedood, omdat zij vreemd vuur in hun reukpannen gebruikten; Lev. 10:1.
4)	Eleazar
	Eleazar is zijn vader Aäron in het hogepriesterambt gevolgd.
5)	Johanan
	Enigen menen dat hij is dezelfde man, die 2 Kron. 11:4 genoemd wordt de hogepriester Jojada. Zie van den groten ijver van dezen man, 2 Kon. 11:17.
6)	Azarja.
	Dezen houden sommigen dezelfde geweest te zijn, die zich den koning Uzia tegenstelde; 2 Kron. 26:17.
7)	Hij is het,
	Dit verstaan enigen van Johanan, anderen van Azaria, tot zijn eer, omdat hij zich tegen den koning Uzia stelde.
8)	in het huis,
	Te weten, in het huis des Heeren; dat is, in den tempel.
9)	Sallum;
	Anders genoemd Mesullam; 1 Kron. 9:11.
10)	Hilkia,
	Zie 2 Kon. 22:4.
11)	Seraja,
	Seraja was hogepriester toen Nebukadnezar Jeruzalem innam, vanwaar hij gevankelijk weggevoerd is naar Ribla, waar Nebukadnezar hem deed doden, 2 Kon. 25:18,21; Jer. 52:24,27. Ezra de schriftgeleerde [die men meent dat deze boeken geschreven heeft] was zijn zoon. Zie Ezra 7:1.
12)	Juda
	Dat is, de inwoners van Juda en Jeruzalem.
13)	zijn de namen
	Zie Exod. 6:16.
14)	Van Gerson:
	Anders, aangaande Gersom.
15)	Zimma;
	Hij is geweest zoonszoon van Jahath, want Sime‹ was vader van Zamma, 1 Kron. 6:42.
16)	Joah
	Hij wordt Ethan genoemd, 1 Kron. 6:42.
17)	Iddo
	1 Kron. 6:41 wordt hij Adaja genoemd.
18)	Jeathrai.
	Hij wordt onder, 1 Kron. 6:41, Ethni genoemd.
19)	zoon
	Dat is, neef; hij was eigenlijk te spreken de zoon van Sime‹; onder, 1 Kron. 6:42.
20)	Korah;
	Dit was die Korach, die met Dathan en Abiram tegen Mozes rebelleerde.
21)	Uriel
	Onder, 1 Kron. 6:36, wordt hij Zefanja genoemd, of Zofonja.
22)	Uzzia
	Anders, Azaria, 1 Kron. 6:36.
23)	Saul.
	Anders, Joël; onder, 1 Kron. 6:36.
24)	Elkana
	Te weten, van den zoon van Saul.
25)	Elkana
	Versta hierop: Die zoon van Amasai was.
26)	Zofai
	Anders, Zuf, 1 Kron. 6:35, en 1 Sam. 1:1.
27)	Nahath
	Toah, 1 Kron. 6:34, en Tochu, 1 Sam. 1:1.
28)	Eliab
	1 Kron. 6:34, Eliël.
29)	Samuel
	Versta hierbij: Zijn zoon was Samuël; waarvan in 1 Kron. 6:28.
30)	Vasni
	Joël genoemd, 1 Kron. 6:33, en 1 Sam. 8:2.
31)	tot het ambt
	Hebreeuws, aan de hand des gezangs van het huis des Heeren.
32)	nadat de ark
	Hebreeuws, na de rust van de ark; dat is, nadat de ark des verbonds in Davids huis gebracht was, 2 Sam. 6:17, want tevoren werd zij van de ene plaats in de andere gebracht.
33)	naar hun wijze
	Dat is, naar de order, die hun verordineerd was.
34)	Dezen nu zijn ze,
	Te weten, Heman, Asaf en Jeduthun, die als opperzangmeesters gesteld waren over de andere zangers, die in vier en twintig orden of beurten door David zijn onderscheiden; 1 Kron. 25:9, enz.
35)	van de zonen der Kahathieten,
	Dat is, van de nakomelingen.
36)	de zanger,
	Dat is, opperzangmeester.
37)	Ebjasaf
	Hij wordt, Exod. 6:23, Abiasaf genoemd.
38)	Asaf stond
	Versta dit alzo, dat deze Asaf geweest is de broeder, dat is, de bloedverwant van Heman, waarvan 1 Kron. 6:33 gesproken wordt, en wiens voorouders tot hiertoe verhaald zijn. Deze Heman nu stond met de zijnen, als hij zijn ambt bediende, in het midden. Asaf stond aan de rechterhand van Heman in de bediening van zijn ambt, gelijk de nakomelingen van Merari tot zijn linkerhand stonden, 1 Kron. 6:44.
39)	Berechja
	Hebreeuws, Berechijahu.
40)	broeders nu,
	Dat is, neven.
41)	Ethan
	Hij wordt Jeduthun genoemd, 1 Kron. 9:16, en 1 Kron. 25:6, en 2 Kron. 35:15; Ps. 62:1, en Ps. 77:1.
42)	broeders
	Dat is, neven, verwanten, gelijk boven, 1 Kron. 6:44, enz.
43)	de Levieten
	Te weten, de overige Levieten, die geen zangers waren.
44)	gegeven
	Dat is, besteld of verordineerd.
45)	zijn zonen
	Mitsgaders degenen, die van den huize Aärons hun in het priesterambt gevolgd zijn. En daarom worden in de volgende verzen gesteld de hogepriesters van Aäron af tot op Zadok, die ten tijde van David en Salomo hogepriester werd; 1 Kron. 29:22.
46)	het werk
	Dat is, dat in het heilige der heiligen moest gedaan worden, hetwelk was het binnenste des tabernakels, waar niemand mocht ingaan dan alleen de hogepriester. Hier stond de ark des verbonds.
47)	Israël
	Dat is, het volk van Israël. Zie Lev. 16.
48)	Pinehas zijn zoon
	Te weten, Eleazars, die naast voorgaat, en versta dit ook alzo van de volgende, tot op de tijden Davids toe.
49)	hun woningen,
	Zie Joz. 21:13. Daar worden de steden genoemd, die hun tot woningen gegeven zijn, hoewel de namen wat veranderd zijn, gelijk zulks door langheid van tijden meermalen gebeurt.
50)	lot
	Dat is, de woning, bij het lot hun toegevallen, was daar. Anders, die loten; te weten, die in de volgende verzen beschreven worden.
51)	was voor hen.
	Hebreeuws, was hun.
52)	zij gaven
	Te weten, de kinderen Israëls. Anders, men gaf hun.
53)	haar voorsteden
	Versta hierbij, met de akkers en weiden daar rondom naast gelegen, om zichzelven en hun beesten te voeden. En zo in het volgende.
54)	Hebron
	Anders genoemd Kiriath-Arba, #Joz.21:11.
55)	Esthemoa
	Anders, Estemo, Joz. 15:50.
56)	Hilen
	Anders, Holon, Joz. 21:15.
57)	Asan
	Anders, Ain, Joz. 21:16.
58)	Allemeth
	Anders, Almon, Joz. 21:18.
59)	dertien steden.
	Hier worden er maar elf genoemd, daar ontbreken er twee, namelijk, Jutta en Gibeon, die Joz. 21:16,17 genoemd staan.
60)	hunner landpale,
	Die tot hun landpale behoorden.
61)	zij gaven
	Te weten, de Efra‹mieten.
62)	hun
	Te weten, den overigen huisgezinnen der kinderen van Kehath.
63)	Jokmeam
	Enigen menen dat zij Joh. 21:22, Kibza‹m genoemd wordt.
64)	Ajalon
	Ajalon behoorde tot den stam van Dan. Boven de twee steden, in 1 Kron. 6:69 genoemd, gaf men hun nog twee steden van den stam van Dan, te weten, Elteke en Gibeton, Joz. 21:23.
65)	Aner
	Enigen menen dat dit dezelfde stad is, die Joz. 21:25 genoemd wordt Taënach.
66)	Bileam
	Anders, Gath-Rimmon, #Joz.21:25, en Ibleam, Joz. 17:11.
67)	Astharoth
	Anders Beëstera, Joz. 21:27.
68)	Kedes
	Anders, Kisjon; Joz. 21:28.
69)	Ramoth
	Anders, Remeth, Joz. 19:21, en Jarmuth, Joz. 21:29.
70)	Anem
	Enigen menen dat dit dezelfde stad is, die En-gannim genoemd wordt; Joz. 21:29.
71)	Masal
	Anders, Miseal; Joz. 21:30.
72)	Hukok
	Anders, Helkath; Joz. 21:31.
73)	Hammon
	Anders, Hammoth-Dor; #Joz.21:32.
74)	Kirjathaim
	Anders, Kartan; Joz. 21:32, zo enigen menen.
75)	Rimmono
	En nog twee andere steden van den stam Zebulons, gelijk te zien is Joz. 21:34,35.